Deze week maakte ik mijn stoel af, maakte ik nog een eierhouder en schetste ik nieuwe ontwerpen. Ook glazuurde ik het keramiek, en stopte ik deze in de oven.
Op maandag ging ik verder met de testikelstoel, en maakte deze ook af. Het bleek dat de ballen niet op 1 meter hoog zaten, dus ik plaatste op de achterkant van de stoel nog een klein eierdopje met plek voor een lepeltje. De lepel wil ik maken als onderdeel van mijn bestek, bij metaal.
Ook ging ik voor het eerst naar de plastic werkplaats. Het leek gelukkig erg op de houtwerkplaats qua machines, dus ik kon direct aan de slag. Ook hielp Dirk me waar het niet lukte.
Ik begon aan een eierhouder die geïnspireerd was op de readymade eggcups (Etude 4). Ik vond dat het ei in de masonjar er heel mooi uit zag, en besloot dat ik mijn ei sowieso in water zou willen doen. Ook hadden we het in de les van week 3 met Maaike gehad over andere soorten eieren dan een standaard kippenei. Daarom besloot ik om een houder voor kikkerdril te maken, omdat dit ook mooi past binnen het boswachters thema. De boswachter zou de houder mee kunnen nemen het bos in, om vervolgens kikkerdril mee terug te nemen naar huis.
Ik vond bij het plastic afval een spiegelend stuk plexiglas wat ik kon gebruiken. Op deze manier kon, als de houder opgehangen werd, de houder ook functioneren als een aquarium. Ik besloot dat ik bij metaal twee houders zou maken waarmee het aquarium opgehangen zou kunnen worden.
Eerst wou ik een flacon maken die dichtkon, en meer leek op een echte waterfles. Echter was die vorm heel lastig te maken met plastic, dus besloot ik de eierhouder tweelaags te maken met een dikke rand ertussen. Ik koos uiteindelijk voor de vorm van een kippenei, omdat ik zo toch nog de ronde vorm kon houden die ik oorspronkelijk wou. Ook breekt het minder snel, omdat de druk beter verdeeld zit.
Het maken van de houder was erg leerzaam. Eerst moest ik twee stukken plexiglas in de vorm snijden die ik wou. Vervolgens moest ik deze schuren, waarna ze nog steeds niet helemaal gelijk waren. Daarna moest ik een lang dun stuk plexiglas smelten en buigen in de vorm van de andere stukken glas. Toen moest ik deze met uv-lijm aan elkaar vast maken. Dit laatste ging steeds mis, maar lukte na lange tijd eindelijk. Hierna kon ik alles schuren en preciezer op elkaar laten passen. Toen ik hier eindelijk mee klaar was liet ik de houder per ongeluk op de grond vallen waarna alles losschoot.
De volgende dag was ik er om 9 uur echter weer bij, en maakte ik beide kanten extra stevig aan elkaar vast. Hierna was die helemaal waterdicht! Ook was ik enorm blij met hoe “clean” het eruit zag. Normaal werk ik redelijk rommelig en chaotisch, dus dit was wat mij betreft een wonder. Met water erin ziet het er al helemaal professioneel uit. Voor het eindresultaat zie: Etude 4.
Ook liet ik deze week mijn stoel zien aan mijn groepje en Maaike, waarna ik goede kritiek kreeg! Zo werd bijvoorbeeld gezegd dat ik om de ronde vormen van de bal-uithammen nog meer te benadrukken, ik de rest van de stoel orthogonaal kon maken. We kwamen er ook achter dat het gelaagde hout waarin ik de uitsnedes had gemaakt heel goed werkte, omdat je goed de verschillende lagen van het hout kon zien. Ook stelden ze voor dat ik nog extremer zou kunnen denken in verhoudingen, dat ik de poten bijvoorbeeld 1 meter hoog kon maken. Dit sprak me ontzettend aan, dus ik besloot dit toe te passen in mijn uiteindelijke ontwerp.
Om tot mijn uiteindelijke ontwerp te komen, maakte ik snelle kleine modellen van karton. Zo kon ik goed de verhoudingen zien, en ook zien welke vormen wel of niet bij elkaar pasten.
Dit was mijn eerste model. Ik vind deze vorm stoel ontzettend mooi, maar ik vond de verhoudingen nog niet extreem genoeg. Het had nu meer weg van een barkruk, in plaats van een absurde stoel. Ook testte ik de kleur groen uit, maar besloot al snel dat ik de houtkleur veel mooier en klassieker vond staan. Omdat het niet afleidt van het ontwerp.
In mijn tweede model testte ik meer ronde vormen uit. Dit vond ik echter ten kostte gaan van de ronde vorm voor de testikels.
Hier bedacht ik dat om stabiliteit te geven aan de lange poten, ik ook kleine plankjes hiertussen kon plaatsen. Ook speelde ik met leuningen, en het direct vastmaken van de rugleuning aan het zitgedeelte. De leuningen vond ik niet mooi, omdat ik te sterk de associatie kreeg met een badmeesterstoel. Ook vond ik de losse rugleuning mooier.
Hier probeerde ik zo simpel mogelijk de stoel te maken, zodat niets afleidt van de testikel inhammen. Echter vond ik de plankjes juist afleidend, en mistte er voor mijn gevoel net nog iets. De rode kleur vond ik ook afleidend, en kwam wederom terug op het hout.
Hier besloot ik te experimenteren met meerdere rechte steunbalken tussen de poten. Zo wordt het een stabielere stoel, en zo worden de ronde vormen van de testikel uithammen ook nog meer benadrukt, omdat ze tussen rechte lijnen liggen. Ook maakte ik de rugleuning “te” klein voor de stoel. Hierdoor leken de poten nog langer, en nam de stoel een meer absurdistische vorm aan.
Dit is mijn uiteindelijk model, die ik in het groot wil namaken. De stoel zelf moet zo simpel mogelijk zijn, met uit proportie getrokken ledematen, en allemaal uit enkel rechte vormen. Zo worden de testikel uithammen optimaal benadrukt, evenals de gekke verhoudingen.
Van deze foto’s maakte ik ook een klein boekje, waarvan het eindproduct te zien is in Etude 5. En hier zijn een paar foto’s van de zelfgemaakte studio waarin ik de modellen gefotografeerd heb.
Ook begon ik met brainstormen over een eventueel ontwerp voor Etude 6, de surprise egg. Het leek me leuk om iets van mijn achtergrond in Filosofie te gebruiken voor een opdracht, en deze Etude lijkt daar bij uitstek voor geschikt. Ik bedacht dat ik een doos zou kunnen maken, gelijk Schrödingers Cat, waarin een ei wel of niet in de doos geplaatst is. Voordat iemand de doos open maakt, zit dit ei dus in een quantum-state waarin hij zowel wel als niet aanwezig is in de doos. Als de doos vervolgens opgemaakt wordt, wordt deze uitkomst concreet en is hij wel of niet aanwezig. Het leek me mooi om deze doos van metaal te maken, en hem volledig af te sluiten, zodat de uitkomst nooit concreet kan worden, en het ei dus in een quantum-state wel en niet bestaat. Hier moet ik volgende week echter nog wat verder over nadenken, maar ik vind het al een interessant concept. Het is namelijk ook een mooi voorwerp om in de boshut van de boswachter te zetten, als memorabilia voor een ei.
Deze week was ik heel druk met niet-Minerva gerelateerde dingen, dus ik ben blij dat ik alsnog zo veel heb kunnen doen! Na een lang weekend kijk ik weer ontzettend uit om verder te gaan in de werkplaatsen.
Week 5